27 mei 2008

Fountain of youth is ubercool



De fontein van de jeugd; de fountain of youth. Vergrijzing en de trend om er steeds jonger te blijven uitzien zijn volgens de website 'ubercool ' een ubertrend. Met twee generaties die weleens ouder zouden kunnen worden dan 100 gaat deze trend zich volgens de heren en dames trendwatcher alleen maar doorzetten.

Ik kan niet anders dan zwijgzaam knikken.

Werkloze oudere als zelfstandige aan de slag

Goed nieuws op Nu.nl! Amsterdam heeft in twee jaar tijd via het project Eigen Werk al een paar honderd werkloze 40-plussers als zzp'er (zelfstandige zonder personeel) aan het werk geholpen. Alkmaar heeft de formule inmiddels overgenomen en met een aantal gemeenten lopen hierover gesprekken.

Voor ouderen die werkloos worden, is het een hele toer weer aan de slag te komen. Eigen Werk helpt hen met het opzetten van een onderneming. "Mensen zeggen vaak dat je als ondernemer wordt geboren. Maar dat is een misvatting. Ondernemen kan je leren", zegt projectleider Frans Heessels.


Het project, waarin het Centrum voor Werk in en Inkomen, uitkeringsinstantie UWV en de Dienst Werk en Inkomen Amsterdam samenwerken, begon twee jaar geleden. Inmiddels krijgen in Amsterdam alle 40-plussers die zich als werkzoekende inschrijven de vraag of zij er wel eens aan hebben gedacht voor zichzelf te beginnen. Informatie kunnen zij vinden op http://www.projecteigenwerk.nl/


Proef
Van de 554 mensen die aan het project zijn begonnen, hebben inmiddels 231 mensen geen uitkering meer nodig en draaien 108 mensen "proef" met hun nieuwe onderneming. De ervaring leert dat van hen 70 procent binnen afzienbare tijd ook helemaal in eigen bestaan kan voorzien.

"Oma, vertel eens..."

Het is volgens de Pers van vandaag inmiddels een heuse commerciële hit: het inhuren van een professional om je levensverhaal te laten optekenen. En met de babyboomgeneratie die nu massaal ouder en oud wordt zal die trend volgens mij alleen nog maar doorzetten. Babyboomers hebben veel te verhalen en te vertellen en voelen volgens mijn onderzoeken een drang om die kennis en verhalen over te dragen aan het nageslacht. En dan zijn fotoboeken en video's misschien niet genoeg om 'onsterfelijk' te worden. Wie schrijft die blijft is het credo.

Bedrijven als Mijn Memoires tieren er welig bij. Een simpele stamboom kost zo'n 100 euro, maar een uitgebreid stamboomonderzoek en een serie interviews met ingebonden boekverslag kost al snel zo'n 15.000 à 20.000 Euro. Big business dus.

Wellicht ook een gat in de markt voor bedrijven. Laat een professional interviews afnemen met scheidend managers en pensioenrijpen. Om kennis vast te leggen en in boekvorm/documentvorm voor volgende generaties werknemers vast te leggen.

26 mei 2008

"Vijftigers zijn eigenlijk heel vitale dertigers"

Kopt het AD vanmorgen. Een leuk artikel, waar ik, maar ook Herbert, meermalen in wordt geciteerd. Fijn dat een serieuze krant eindelijk de positieve insteek kiest. Uit de vijftigers-hoek in mijn omgeving heb ik veel positieve reacties ontvangen:

Vijftigers zijn eigenlijk heel vitale dertigers

Door COR HOSPES en MARJOLEIN HENDRIKS

AMSTERDAM - Als je boven de 50 bent, tel je voor adverteerders niet langer mee. In reclame draait het voornamelijk om hippe jongeren, dynamische gezinnen en klauterende peuters.
Bij Pinkpop Classic in Landgraaf komt een publiek van voornamelijk ouderen kijken naar de artiesten voor wie ze een flink aantal jaren geleden ook al naar het popfestival kwamen.

En áls ouderen al zijdelings in commercials voorbijkomen, dan zijn ze dom en dement: Johnny Kraaykamp jr. als een dementerende bazige oma in een bloemetjesjurk in een spotje van Koopmans Pannenkoekenmix. In een spotje van Xilifresh-kauwgom zie je een jongetje met een zwemdiploma alle kamers van een bejaardentehuis aflopen. Weten die seniele oudjes veel dat hij hun kleinzoon niet is. Dus krijgt hij het ene snoepje na het andere. Goedlachse en zonnebankbruine 50-plussers spelen wel de hoofdrol in reclame voor anti-doorlekbroekjes, gehoorapparaten, sta-op comfortstoelen en andere artikelen voor mensen met een gebrek. Alsof alle 50-plussers behalve achterlijk en snauwerig ook nog eens fysiek gemankeerd zijn.

Reclamemakers weten niet beter, zegt Arjan in ’t Veld van het bureau In the Field, dat zich richt op ouderencommunicatie. ,,Als ze praten over 50-plus, dé.’’ Vroeger waren mensen wel echt oud wanneer ze 65 waren, weet In ’t Veld. De huidige senioren zijn van een ander kaliber. ,,Ze hebben geld en veel vrije tijd. Het zijn mensen in de zogeheten derde levensfase.

Terwijl ons land rap vergrijst, blijven adverteerders zich echter vooral richten op de 20- tot 49-jarigen. Druk met carrière, worstelend met de hypotheek en schoolgaande kinderen. Herbert Driessen van het 50-plusbureau Rijp weet hoe dat komt. ,,Bedrijven durven hun merken niet te koppelen aan ouderen. Ze zijn doodsbenauwd dat die een oubollig imago krijgen en dat jongeren ze daarom links laten liggen.’’ Consumenten kiezen voor hun dertigste voor een merk, heet het. Eenmaal gekozen blijven ze dat trouw. Ze laten dat niet snel meer los. Onzin, want consumenten zijn niet merkentrouw. Hun smaak ontwikkelt gedurende hun leven en ouderen hebben een rijker uitgavenpatroon. Daarop zouden bedrijven moeten inspringen. Driessen: ,,Wat beweegt 50-plussers, wat hebben ze meegemaakt, waaraan hebben ze precies behoefte, in welke levensfase zitten ze en hoe gezond en kapitaalkrachtig zijn ze? Ontwerp op basis van die vragen een product dat qua lifestyle en mentaliteit bij hen past.’’Producenten moeten daarbij niet denken in leeftijden, maar in generaties, zegt Driessen. Zo heb je de stille generatie, geboren tussen 1930 en 1945 die ons land hielp met de wederopbouw. Daarna volgen de protestgeneratie (1946-’54), uit de tijd van de flower power, en de verloren generatie (1955-’70), die opgroeide in de nihilistische en economisch inktzwarte jaren ’80. Iedereen uit zo’n generatie herkent de iconen van zijn tijd. Spreek ouderen daarop aan, vindt Driessen. Zoals AXA deed in een spotje voor hun autoverzekering Happy Generation. Daarin zitten referenties aan de hippietijd. ,,Het merk speelt in op een nostalgische herinnering en trekt die door naar het heden en dat spreekt aan.’’Unilever kwam recent met een beautyproduct voor 50-plus vrouwen: Pro Age. Een range deo’s en vochtinbrengende crèmes die de oudere huid wil laten stralen. Heel anders dan de heersende anti-rimpelmentaliteit van cosmeticaproducenten die met hun smeersels ‘de tekenen van het ouder worden’ willen bestrijden. Alsof een hogere leeftijd iets naars is. Integendeel, zegt In ’t Veld. Hij toont de laatste editie van een Amerikaans marketingtijdschrift met op de voorpagina Madonna. ,,Zij wordt in augustus 50 en wordt het icoon van het jonge ouder worden, de derde levensfase. Let op, 50 is straks het nieuwe 30.’’

22 mei 2008

Het is goed en wel met Achmea


Het lijkt wel of Achmea een abonnement heeft op het lanceren van nieuwe gezondheidsportals. Martijn attendeerde me op deze. Goedenwel.nl ; ik vind het goed en wel. Een bejaardenportal waar we er volgens mij al genoeg van hadden. Ben benieuwd naar de bedoeling.

19 mei 2008

Route 50 Plus: "Ouderen bijten niet"


Een boude uitspraak van Claudie Biegel, het gezicht van Route 50 Plus. Een leuk artikel op B2B contact.

Claudia is zelf een vijftiger en werkzaam binnen de vijftigplus marketing wereld.

"....een ideale combinatie zult u zeggen. Dat leek mij aanvankelijk ook. Maar niets is minder waar. Dacht ik altijd over mijzelf en mijn generatiegenoten als gewone mensen die toevallig de vijftig waren gepasseerd. Ik heb nu leren denken in termen van: oudere afwachtenden, behoudzame zorgzamen, stoere prijsbewusten, jongere ruimdenkers en vrijgevochten voorlopers.

Segmentatiemodellen, wat een ramp en wat staan ze ver weg van de realiteit. Nachten lang piekerde ik erover in welke categorie vijftigplussers ik paste en diezelfde vraag wierp ik op voor mijn echtgenoot , vrienden, buren en noem maar op. Slapeloze nachten werden het. Want ik kon noch mijzelf noch enige andere vijftigplussers kwijt in deze met zoveel zorg en op basis van duur onderzoek uitgedachte segmenten.

O arme marketeer die met dit soort modellen moet werken. Maar ook arme vijftigplusser die als een karikatuur van zichzelf in een hokje wordt gestopt. En dan die benamingen! Wie wil er in godsnaam door het leven gaan als een oudere afwachtende of een stoere prijsbewuste.
Wat mij opvalt en verbaast, ik ben nog niet zo heel lang werkzaam binnen deze wereld, is dat er nooit kritiek komt op deze belachelijke stereotype indelingen. Integendeel zelfs. Op symposia en conferenties waar dit soort banaliteit vol trots de zaal in wordt geslingerd, schrijven de toehoorders alles klakkeloos op of het een openbaring betreft.

Eindelijk, zo hoor je in de pauzes, hebben we inzicht gekregen in deze moeilijke doelgroep. Inzicht? Moeilijk? Waarom moeilijk? Maar vragen en laat staan kritische vragen schijnen niet te passen in de marketing wereld.

Tenenkrommend hoor ik tijdens talloze symposia aan wat ‘ze’ (daar val ik dus ook onder) doen in hun vrije tijd, dat ‘ze’ alles al hebben en nu ook nog een erfenis krijgen en dat ‘ze’ wonder boven wonder ook op internet te vinden zijn. Hoera voor de jongere ruimdenkers of gaat het hier om de vrijgevochten voorlopers?

Het zou me niets verbazen, echt ik overdrijf niet, om op een volgend symposium te horen dat vijftigplussers niet bijten en dat je dus niet bang voor ze hoeft te zijn.
Misschien – en dat is ironisch bedoeld- wordt het tijd om die segmentatiemodellen het raam uit te gooien. Marketeer kom uit die ivoren toorn, ga de straat op en praat gewoon eens met vijftigplussers (ze bijten niet). Ik garandeer je dat je daar veel meer van leert dan van welk model dan ook."

Martijn, nog weer een keer: "Bedankt voor de tip". Claudia, ik kan het niet anders dan met je eens zijn. Er moet gewoon iets gebeuren.

"Ouderen weten niet bij wie ze terecht kunnen"

Dat zegt Evelyn Finnema. De ouderenzorg is volgens haar erg gesegmenteerd. Organisaties en instanties moeten beter met elkaar samenwerken, zegt Evelyn Finnema. Samen met Marleen Goumans is zij aangesteld als lector 'Samenhang in de Ouderenzorg' door de Hogeschool Rotterdam. De net aangestelde lectoren gaan zorginnovaties ontwikkelen, onderzoeken en implementeren. De innovaties zijn gericht op bevordering van samenhang in de ouderenzorg in de regio Rotterdam Rijnmond. Het lectoraat is mede opgezet en gefinancierd door ouderenzorgorganisatie Laurens.

Netwerk
De lectoren zijn in maart begonnen. ‘We hebben tot nu toe vooral het huidige netwerk in Rotterdam zichtbaar gemaakt en geïnventariseerd waar de vragen liggen op het gebied van de ouderenzorg. Om voor onszelf de situatie in kaart te brengen en een goede start te kunnen maken.’

Ministerie
Het lectoraat Samenhang in de Ouderenzorg is actueel, vertelt Evelyn Finnema. De vergrijzing, de betaalbaarheid van de zorg, het krijgen en behouden van voldoende en gekwalificeerd personeel en het bieden van een zorg- en ondersteuningsaanbod voor de individuele oudere staan op de maatschappelijke agenda. ‘Toevallig is het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport net gestart met het Nationaal Programma Ouderenzorg.’

Onduidelijkheid
Finnema: ‘Veel ouderen weten bij problemen vaak niet bij wie ze terecht kunnen omdat de zorg erg gesegmenteerd is. Moeten ze naar de huisarts, de specialist, de fysiotherapeut, naar maatschappelijk werkers, zorgorganisaties, intramurale zorg, steunpunt mantelzorg, consultatiebureaus voor ouderen? Die onduidelijkheid moet worden weggewerkt. De ketens in de ouderenzorg zijn vooral gerelateerd aan ziektes als diabetes en CVA (hersenbloeding). Maar als je meerdere gezondheidsproblemen krijgt, waar kan je dan terecht?’

Thema's
Finnema noemt drie belangrijke thema’s waar ze met haar collega tijdens het vier jaar durende lectoraat aan wil werken. ‘De multiculturele samenstelling van de stad is een hot item. Hoe kun je zorg en ondersteuning op maat leveren aan ouderen uit verschillende bevolkingsgroepen? Verder moeten we kijken in hoeverre we mensen keuzes kunnen bieden in hun zorg- en ondersteuningsvraag.'

De ondersteuning is nu toch nog deels aanbodgericht, zegt Finnema, 'Maar wat als iemand zijn of haar eigen schoonmaker mee wil nemen of zelf wil blijven koken in het verzorgingshuis? Die opties moeten mogelijk zijn.’ Een ander belangrijk aandachtspunt is het personeelsprobleem. ‘Hoe kun je met de toenemende vergrijzing voldoende personeel in de zorg krijgen en behouden om de kwaliteit te waarborgen?’ De lectoren willen hier via lokale projecten aan werken.

Unieke kans
Als lectoren zijn Evelyn Finnema en Marleen Goumans de schakels tussen de Hogeschool Rotterdam en de ouderenzorg in de regio Rotterdam. Goumans is adviseur Samenhang Wonen, Diensten, Zorg voor Laurens.Zelf is Finnema directeur van ‘In Hoofdzaken’, een ambulante GGZ-organisatie in Heerenveen, Friesland. Rotterdam ligt dus niet bepaald om de hoek voor haar. ‘Ik heb het er graag voor over om twee dagen per week in Rotterdam te zijn’, vertelt ze. ‘Het is een unieke kans om op dit gebied aan de slag te gaan op het gebied van opleiding, werkveld en onderzoek.’

Bron: Zorg en Welzijn

13 mei 2008

4 juni: De uitdaging van vergrijzing


Ik kan er zelf niet bij zijn de 4e vanwege het Ondernemerscongres, maar Herbert spreekt er wel. 15 Euro voor een praatje. Ik ben benieuwd hoe het niveau is. Wie gaat er nog meer? Verslag is welkom.

10 mei 2008

Leeftijdsloze marketing: "het oranje gevoel" van Zwitserleven


Zwitserleven stuurt in de aanloop naar alle oranje voetbalfestiviteiten van aankomende zomer een nieuwsbrief met daarin een podcast over het oranje gevoel. En als er een gevoel is dat leeftijdsloos is, dan is het wel het 'patriotistische en trotse' gevoel voor 'onze jongens'.


08 mei 2008

Europa is officieel ouderencontinent

Althans, volgens NRC next. Het aantal mensen ouder dan 65 is officieel hoger dan het aantal 14 minners. Twee op de drie huishoudens heeft anno nu geen kinderen. Het nieuws komt uit een gisteren gepresenteerd rapport van het Instituut voor Familie in het Europa (IPFE).

Een leuk feitje om de dag mee af te sluiten. En dan nu eindelijk de zon in.

07 mei 2008

ING zet oude managers in als coach

Bankverzekeraar ING vroeg gepensioneerde managers of ze zin hadden jong talent te coachen. Het enthousiasme bleek groot. En logisch ook. Veel vijftigers en zestigers staan te popelen om hun kennis als mentor over te dragen op jongere generaties. Dan telt hun wijsheid mee.

'Waarom vragen we niet onze pas gepensioneerde managers?' opperde Edith de Jong, voorzitter van het netwerk voor vrouwelijke leidinggevenden van ING. De bankverzekeraar zocht een betaalbare manier om zijn managers te laten coachen. Veel managers tussen de 20 en 50 jaar hadden aangegeven behoefte te hebben aan een coach die hen hielp bij het uitstippelen van hun carrière. Op de oproep aan de vereniging van gepensioneerde ING'ers kwam een onverwacht grote respons. Negentig oud-ING'ers meldden zich: er waren slechts 25 coaches nodig. Ik kijk er zelf overigens niet van op.

LTP Transition, adviesbureau voor personeelszaken, maakte een keuze uit de voormalige managers. 'Sommigen zijn nu eenmaal te eigenwijs om te kunnen coachen,' zegt Daniella Balabanova van LTP Transitions. Wat de pensionado's tijdens hun loopbaan deden, interesseert LTP nauwelijks. De uiteindelijk geselecteerde kandidaten werkten op de automatiserings-, personeelszaken- en communicatieafdeling van ING. Twee dagen lang kregen de 2 vrouwen en 23 mannen van 62 jaar en ouder een stoomcursus coaching.
De pensionado's begeleiden sinds eind oktober grofweg twee managers in zes tot acht gesprekken van anderhalf uur. Ze krijgen alleen een onkostenvergoeding: zo stellen ze hun (pre-)pensioen veilig.

Slim van ING. Ik ben benieuwd wie volgt. Martijn, bedankt wederom voor de tip.

Nederlandse online marketing blog kermis #8


Vandaag vindt alweer de achtste online marketing blog kermis plaats. Enthousiasmeren.nl is vandaag host en presentator van maar liefst 25 meer dan interessante artikelen. Komt dat zien, komt dat zien. Mokkamarketing is gevraagd één van de bijdragen te leveren. Voor de eerste keer. Erg leuk voor dit weblog, maar er is natuurlijk veel meer te zien vandaag.

Een greep uit het gevarieerde programma (met vooral mijn favoriete nummers):

En dus nog 21 erg interessante artikelen over uiteenlopende aspecten van (online) marketing.

Veel plezier vandaag (en morgen en overmorgen waarschijnlijk).

05 mei 2008

Oh lala, Madonna is 50


Niemand kan van deze dame zeggen dat zij oud is. Haar nieuwste clip met Justin Timberlake verraadt nergens sporen van ouderdom. 50 is het nieuwe 30. Madonna is het nieuwe icoon van het jonge ouder worden.

Ouderen moeten vaker in de zon

Ouderen die vaak in de zon komen, hebben minder kans op een depressie dan ouderen die binnen blijven zitten. Dat blijkt uit een onderzoek van het VU medisch centrum (VUmc) onder 1282 ouderen. Zo meldt Nu.nl vandaag. Blootstelling van de huid aan zonlicht verhoogt het gehalte vitamine D in het bloed. Deze vitamine blijkt de kans op een depressie te verkleinen.

Aan het onderzoek deelnemende ouderen die last hadden van een depressie, hadden gemiddeld 14 procent minder vitamine D in hun bloed dan ouderen zonder depressie.
Wandelen

Witte Hoogendijk, hoogleraar biologische Psychiatrie bij het VUmc: "Wandelen, fietsen, boodschappen doen en andere buitenactiviteiten vergroten de blootstelling aan zonlicht en kunnen daarmee het risico op een depressie verkleinen."
Van de mensen in de leeftijd van 55 tot 85 jaar heeft circa 13 procent last van depressie.

Maar te hopen dus dat we vandaag veel ouderen buiten zien. Dit weer is goed voor ze. Ben je 55 of ouder, hup naar buiten!

04 mei 2008

Bussemaker: "Wanneer ben je eigenlijk oud?"

Deze toespraak van staatssecretaris Bussemaker is van eind maart, maar desalniettemin helemaal in mijn straatje.

"Goed ouderenbeleid is integraal beleid, beleid waarin verbindingen worden gelegd tussen de zorg aan mensen, hun welzijn en de mogelijkheid tot participeren. Volgens staatssecretaris Bussemaker moeten we daarbij naar iedereen persoonlijk kijken, naar de mogelijkheden die iedereen heeft."

Dames en heren,

Twee weken geleden stond het nog in de krant: ‘Om de 65-plusser hangt een geur van incontinentieluiers en hulpbehoevendheid. Van eenzaamheid, ongeluk en chagrijn.’ In die paar woorden vatte De Volkskrant de resultaten van een enquête samen die onder 751 mensen was gehouden. Het was een representatief onderzoek, en je mag dus zeggen dat de meeste Nederlanders zo over ouderen – en dat ben je voor velen al als je amper de 60 bent gepasseerd - denken.

Die mening van De Nederlander sluit precies aan bij wat de bioloog Midas Dekkers –inmiddels ook al over de 60 - in zijn boek De vergankelijkheid schrijft. Dekkers constateert dat ‘je verstandelijk vermogen wordt geacht op je vijfenzestigste af te nemen.’ En hij voegt er aan toe: ‘Oude mensen leven in een wereld waarvan ze geen deel uitmaken.’

Inmiddels zijn we sinds de Volkskrant-enquête twee weken en een boekenweek van tien dagen verder en hebben we ook heel wat andere gedachten over het ouder worden kunnen lezen. Ik beperk me tot het Boekenweekessay van Renate Dorrestein. In Laat me niet alleen schrijft ze: ‘Betekende het bereiken van een zekere leeftijd vroeger het begin van een leven als een kamerplant, nu vangt op dat moment voor velen een soort tweede jeugd aan.’ Dorrestein, 2 maanden geleden 54 geworden, voegt er nog aan toe: ‘Als je seniorentijdschriften zoals Plus en Midi moet geloven, is er in geen velden of wegen meer een senior te vinden die zomaar voor zichzelf uit lanterfant.’

Uit deze korte citaatjes – en ik kan er nog tientallen aan toevoegen – en uit de enquête blijkt duidelijk dat we ouderen over een kam scheren en dat we ons daarbij graag bedienen van karikaturen. Aan de ene kant de oudere die op zijn kamertje wegkwijnt en de samenleving alleen maar geld kost en aan de andere kant de oudere die er op los leeft en zich in een tweede jeugd waant. Beide karikaturen zijn strijdig met de werkelijkheid én met de menselijke waardigheid. Maar ze zijn wel hardnekkig, zoals uit de Volkskrant- enquête blijkt.

Ik hoop dat wij vanavond een ander beeld schetsen van de oudere. Geen negatieve karikaturen, maar een positief beeld. Zonder dat we aan de kwetsbaarheid van het leven of leeftijd voorbij gaan. Een eerlijk beeld, want als je echt ouder wordt is natuurlijk niet alles zonneschijn.
Dat begint er mee dat we ouderen niet moeten aanspreken vanuit een paternalistisch of financieel perspectief, maar vanuit het perspectief van maatschappelijke participatie, wederkerigheid en burgerschap. We moeten dus - aan de ene kant - de karikatuur van de zielige, buiten de maatschappij levende ouderen ontmaskeren. En aan de andere kant, moeten we het beeld van de luchtbedouderen, de oudere die de hele dag aan de Middellandse zee vertoeft, bijstellen.

Een onlangs verschenen TNS Nipo onderzoek, waaruit blijkt dat de meeste werknemers na hun pensioen vooral willen reizen, lijkt hier haaks op te staan. Maar dan zijn we weer op zoek naar de karikatuur en kijken we niet naar de andere uitkomsten van dit onderzoek. Want daaruit blijkt dat mensen na hun pensioen ook op zoek zijn naar persoonlijke bevrediging dichtbij, zoals hobby’s, het doorbrengen van tijd met familie, vrijwilligerswerk en het uitvoeren van zorgtaken, bijvoorbeeld oppasopa of -oma.

Dat totale beeld – aan de ene kant veel reizen en aan de andere kant je inzetten voor de samenleving – benadert veel realistischer hoe oudere mensen willen leven dan de karikaturale beelden die ik net noemde. Het probleem is alleen dat er nog een discrepantie zit tussen wat mensen willen en wat ze daadwerkelijk gaan doen. Uit het TNS Nipo onderzoek blijkt dat 81% van alle Nederlanders niet alleen wil dromen over de toekomst, maar het ook wil realiseren. Desondanks schat slechts een kleine meerderheid, 58%, in dat het daadwerkelijk zover gaat komen in de toekomst. Ik denk dat het belangrijk is beleid daarop af te stemmen.
In plaats van te kijken naar wat ouderen niet meer kunnen, moet juist gekeken worden naar wat ze nog wel kunnen. Dat is voor de samenleving van belang, maar dat is nóg belangrijker voor de oudere zélf. Want het kan voor niemand een uitdagend perspectief zijn om te weten dat je vanaf je 65 met pensioen gaat en dan niks meer hoeft. Dat niemand meer op je zit te wachten, dat je verdwijnt naar de marge van de samenleving.

Uit psychologisch onderzoek is gebleken dat mensen pas echt gelukkig zijn als ze gewaardeerd worden door anderen, als ze iets presteren waar ze met voldoening op kunnen terugkijken. Als ze aan hun dagelijks leven zin kunnen geven. En dat is natuurlijk niet aan leeftijd gebonden. Ook ouderen willen hun leven inhoud geven en zijn daar ook zeer goed toe in staat. Ze beschikken over een schat aan ervaring, informatie, kennis, noem maar op. Bovendien zijn ze lichamelijk vaak ook nog in topconditie. Til Gardeniers, die u zojuist zag, is daar een goed voorbeeld van. Hetzelfde geldt voor Hanny van Leeuwen en Hedy d’Ancona. Oudere vrouwen met veel passie en energie.

Vanuit dit perspectief gezien, kan ook wat van de ouder zelf worden verwacht. Actief en zelfbewust oud(er) worden is een opdracht voor elke individuele burger. Iedereen moet zich naar zijn mogelijkheden voorbereiden op zijn eigen toekomst. Het is toch eigenlijk raar dat we het heel normaal vinden dat mensen op relatief jonge leeftijd zich al druk maken over hun financiële situatie ná hun pensionering, maar niet nadenken over hun sociale leven.
Ik vind dan ook dat ouderenbeleid dat zich uitsluitend richt op ouderen ‘te laat beleid’ is. Goed ouderenbeleid begint bij jongeren. Daarmee wil ik niet alleen zeggen dat ouderenbeleid moet gaan om een evenwichtige verdeling van lasten tussen en binnen generaties en dat het gaat om solidariteit tussen arm en rijk, tussen ziek en gezond. Goed ouderenbeleid moet er ook op gericht zijn dat mensen zich al op jonge leeftijd bewust zijn dat ze ouder worden en dat het leven boven de 65 niet ophoudt. En dat we daarom niet alleen in een goede financiële gezondheid moeten investeren, maar ook in een goede fysieke en geestelijke gezondheid. Anders gezegd: Een slimme man of meid van 40 is op zijn of haar toekomst voorbereid.

Is het eigenlijk niet raar dat we kinderen jarenlang naar school laten gaan en als ze werknemers zijn stimuleren om zich bij te scholen, terwijl we ons helemaal niet voorbereiden op wat ons na het pensioen te wachten staat? Toekomstig ouderenbeleid kan daarom misschien beter generatiebeleid of levensloopbeleid worden genoemd.

Waar het, samengevat, om gaat, is dat ouderenbeleid er op gericht moet zijn ouderen te stimuleren deel te blijven nemen aan de samenleving én dat de samenleving anders leert te kijken naar ouderen. Ouderdom niet zien als een last, maar als een lust. Dat betekent ook dat het oude ‘ontziebeleid’ - meer vrije uren, minder belasting van ouderen, gratis openbaar vervoer – eigenlijk moet omslaan in een beleid gericht op het versterken van de productieve en betrokken ouderen.

Wat betekent dit nu in de praktijk?

Ik noemde zojuist al het benutten van de positieve kracht van ouderen. Dat kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door deeltijd pensioen. Maar het kan ook door mantelzorg en vrijwilligersbeleid aantrekkelijker te maken. Door te zorgen voor goede ondersteuning van mantelzorgers. De WMO moet daar aan bijdragen. Als gevolg van deze wet zijn bijvoorbeeld verschillende gemeenten, zoals de gemeente Breda, gestart met een steunpunt voor mantelzorgers. Vrijwilligers kunnen bij het steunpunt terecht voor allerlei hulpvragen. Ook is het mogelijk om via het steunpunt een beroep te doen op een vrijwilliger die ondersteuning biedt en soms de mantelzorger vervangt.

Duidelijk moet in ieder geval voor iedereen zijn dat veel ouderen de samenleving erg veel te bieden hebben en dat moeten we ons niet laten ontglippen. Dit sluit ook aan bij het onderscheid dat er steeds meer valt te maken tussen de 3e en de 4e levensfase. Uit cijfers blijkt dat ouderen vooral na hun 75ste of 80ste pas gebreken krijgen waardoor ze structurele ondersteuning nodig hebben. Maar in hun derde levensfase, grofweg tussen de 60 en 80 jaar, zijn veel ouderen nauwelijks nog hulpbehoevend en dus goed instaat een bijdrage te leveren aan de samenleving. Gegevens van het Longitudinal Aging Study Amsterdam laten zien dat van de 75-jarige mannen ongeveer nog 90% goed fysiek en 89% goed cognitief functioneert. Tien jaar later geldt dat nog maar voor respectievelijk 63% en 70%, waarbij we moeten bedenken dat door overlijden of andere uitval uit het onderzoek deze schattingen een te positief beeld geven.

Hiermee wil ik niet voorbij gaan aan de verplichtingen die we hebben tegenover kwetsbare ouderen, ouderen met een slechte gezondheid of dementie- zij hebben recht op zorg. Daar wil ik het vanavond ook met u over hebben. Voor de mensen die de nadelige gevolgen van het ouder worden ondervinden moet de zorg goed georganiseerd zijn en op de persoon zijn toegesneden. Dat betekent in mijn visie niet dat we ze moeten wegstoppen in onpersoonlijke tehuizen aan de randen van onze samenleving. Ook zij moeten midden in de samenleving kunnen blijven leven.
Om die reden heb ik ook samen met minister Vogelaar van WWI het actieplan opgesteld: “Beter (t)huis in de buurt. Samenwerken aan wonen, welzijn en zorg”. Het gaat erom dat mensen in staat worden gesteld zo lang mogelijk zelfstandig te wonen in de eigen buurt en kunnen blijven deelnemen aan het sociale leven. Gelukkig komen er in woonwijken steeds meer kleinschalige wooneenheden voor zowel gezonde als hulpbehoevende ouderen.

Overigens kunnen ook ouderen met gebreken zich nog inzetten voor de samenleving. Niet de ziekte of de aandoening moet het uitgangspunt zijn in het leven van ouderen, maar wat mensen nog wel kunnen. Je bent namelijk niet je ziekte, je hebt een ziekte. Initiatieven zoals van Humanitas verdienen dan ook ondersteuning, vind ik. Humanitas heeft bedacht dat oudere mensen, die door lichamelijke beperkingen aan huis gebonden zijn, heel goed kunnen ´chatten´ met mensen die maatschappelijk in de knel zitten, of geïsoleerd zijn, of willen afkomen van een verslaving. De mogelijkheden van mensen in plaats de beperkingen staan hier centraal.
Een ander voorbeeld van hoe het volgens mij zou moeten is het woonzorgcentrum Laurens De Schutse in te Rotterdam. Hier is op een simpele manier een ontmoetingsplein gecreëerd met een grote verscheidenheid aan voorzieningen zoals een winkel, restaurant, internetcorner, bibliotheek en fitnesscentrum. Daarvan kunnen zowel de bewoners van “Laurens De Schutse” als ouderen uit de wijk gebruik maken. Hierdoor ontstaat een grote mate van interactie en betrokkenheid op elkaar, die ertoe leidt dat ouderen een veilige ontmoetingsplek hebben en als vrijwilliger zin geven aan hun leven. Vrijwilligers tussen de 60 en 80 zorgen voor ouderen van 80 jaar en ouder!

Hiermee kom ik aan de kern van het ouderenbeleid dat ik voorsta. Ouderen in hun derde levensfase moeten zoveel mogelijk gestimuleerd worden deel te blijven nemen aan de samenleving en voor zichzelf te zorgen. Ouderen die kwetsbaar zijn en de vervelende aspecten van het ouder worden wél ervaren, moeten kunnen rekenen op goede, op de persoon gerichte zorg. En ik vind het een goede ontwikkeling als de vitale oudere de kwetsbare oudere daarbij ondersteunt.

Dames en heren, ik sluit af.

Ik wil graag het woord aan de andere sprekers en aan u geven. Wat ik u alvast heb willen meegeven is dat we ons in de discussie over ouder worden niet moeten beperken tot karikaturale beelden. Om de simpele reden dat we daar ver weg de meeste ouderen geen recht mee doen. De meeste ouderen van nu en van de toekomst zijn mensen die met hun beide benen in de samenleving willen blijven staan. Ze willen niet als afgedankt en versleten worden behandeld en er niet meer toe doen. Ouderen willen natuurlijk – als het kan – leuke dingen doen. Maar ze willen ook – en daarop mogen we ze ook aanspreken – hun ervaringen en kennis gebruiken voor de samenleving. Bovendien mogen ze solidair zijn met de ouderen die het minder getroffen hebben en hulpbehoevend.

Centraal staat daarbij dat een goed ouderenbeleid een integraal beleid is; een beleid waarin verbindingen worden gelegd tussen de zorg aan mensen, hun welzijn en de mogelijkheid tot participeren. En daarbij moeten we naar iedereen persoonlijk kijken, naar de mogelijkheden die iedereen heeft. Nogmaals: de oudere bestaat niet. Het is mij heel wat waard als we niet generaliserend over ouderen praten en proberen van hun deskundigheid gebruik te maken.

01 mei 2008

50+ minder ondernemend dan jongeren

Een boeiend onderwerp. Naast ouderenmarketing is ook ondernemerschap één van mijn interessegebieden. Wat beweegt mensen om te ondernemen en welke verschillen zijn er waarneembaar tussen verschillende groepen ondernemers? En ook de combinatie is interessant. Veel 50'ers hebben nog ergens de passie of de droom om iets voor zichzelf te beginnen.En met de huidige ZZP-trend is er veel over te doen. De Kamer van Koophandel onderzocht de ondernemendheid van jongeren ten opzichte van 50 plussers. Martijn, bedankt voor de tip. De resultaten zijn erg interessant.

"50-plussers zijn, ondanks hun jarenlange kennis en ervaring, beduidend minder ondernemend ingesteld dan jongere generaties. Minder dan één op de vijf (18%) 50-plussers heeft wel eens overwogen voor zichzelf te beginnen. Jongere generaties voelen de ondernemerskriebel vaker: gemiddeld denkt ruim een kwart (27%) van de ondervraagden wel eens aan het starten van een eigen bedrijf. Thijs Wöltgens, voorzitter Kamer van Koophandel Nederland presenteerde deze resultaten tijdens het Jaarcongres van de KvK op 22 april in Scheveningen.

Leeftijd en goede baan belemmeringen voor 50-plusser

50-plussers ervaren over het algemeen meer en sterkere belemmeringen bij de overweging om voor zich zelf te beginnen. Zo is de veiligheid van een vaste baan in loondienst of een goed salaris voor de helft van de 50- plussers de belangrijkste reden om het ondernemerschap niet te overwegen. 'Dat verrast me niet, ' aldus Wöltgens. 'De oudere generatie is opgegroeid in een periode dat een vast contract nog zekerheid bood. Maar tegenwoordig worden reorganisaties steeds vaker op basis van afspiegelingsprincipes geëffectueerd. Het is niet langer last-in-first-out. 50-plussers hebben meer moeite dan jongeren om weer een baan in loondienst te vinden en zijn dus extra kwetsbaar bij reorganisaties. Juist zij zouden hun kennis en ervaring meer te gelde kunnen maken als ondernemer'. Een trend die je ziet is dat medewerkers door werkgevers gestimuleerd worden zich zelf breder inzetbaar te maken, meer employabel. Volgens Wöltgens past in dat kader ook de overweging om voor jezelf te beginnen. Dat hoeft niet altijd gepaard te gaan met hoge investeringen. Toch zie je het ondernemerschap in de categorie startende 50-plussers vaker als noodgedwongen keuze. 'Maar als de oud-werkgever een handje helpt dan kan dat het heel goed uit pakken. De vele succesverhalen bewijzen het’, aldus Wöltgens."

Waarom zetten we die gedwongen ondernemende houding niet om ten behoeve van ons eigen bedrijf? Onze oudere medewerkers willen en kunnen dus nog van veel waarde zijn. Gebuik die waarde dan ook.